< terug                                                                                                           Elfiebos / Voedselbos                                                                                                       volgende >
e willen graag voor elk gedrukt boek een boom planten, want de natuur is heel belangrijk en zonder bomen kunnen er geen boeken gemaakt worden. Dat gebeurde: er werd contact gelegd met een Rucphense stichting die plannen had voor een voedselbos en daar kregen de duizend bomen die Sofie wilde planten een bestemming. 
Sofie vertelde mij dat er één hoofdstuk in het boek zit, dat ze niet zelf heeft geschreven. Daarin wordt, geheel in stijl en met Karabauter als voedselboswachter, uitgelegd wat een voedselbos precies is: een plek met verschillende bomen, struiken en planten waarvan je de noten, bessen, bladeren of wortels kunt eten. Een prachtige samenwerking, noemt oma Heleen het. ,,Elfie en haar vrienden beleven avonturen in een bos waar je daadwerkelijk kunt wandelen en bovendien doen we door het planten van bomen en struiken iets terug voor de natuur.”

Maar wat is dat dan, een voedselbos? Karabauter legt uit:
‘Ik ben voedselboswachter’, zegt Karabauter. ‘Een voedselboswachter onderhoudt de paden, zaait bloemen, plant bomen...’ ‘Hoe doe je dat, bomen planten?’ ‘Dat is heel makkelijk, je stopt gewoon een eikeltje in de grond. Daar groeit dan vanzelf een boom uit. Als voedselboswachter zorg je ook voor de fruitbomen en pluk je bessen, noten en fruit als het rijp is.’ ‘Dat is een boel werk’, zucht Besje. ‘Wat is dat, een voedselbos?’ 

Karabauter gaat op een boomstammetje zitten en vertelt het verhaal van de voedselbossen. ‘Een voedselbos is een plek met verschillende bomen, struiken en planten waarvan je de noten, bessen, bladeren, wortels of bloemen kunt eten. Fruitbomen en notenbomen hebben hulp nodig om goed en gezond te kunnen opgroeien. Daarom zijn er in een voedselbos ook bomen en struiken die de fruitbomen en de notenbomen beschermen tegen de koude wind.’
Karabauter vertelt verder: ‘Sommige bomen en struiken zijn niet om van te snoepen, maar om de fruitbomen te voeren met een soort superstof. Die superstof heet stikstof. Hiermee kunnen fruitbomen nog groter en gezonder worden. 

In een voedselbos zijn ook plekken waar geen hoge bomen groeien. Daar is het licht, dat is goed voor de fruitbomen, want die hebben veel zonlicht nodig. Op die zonnige plekken groeien meestal bloemen, planten, kruiden en struiken...’ 

‘Bessenstruiken! Lekker!’, lacht Besje. ‘Ja, dat klopt. Die bloemen, planten en struiken zijn ook heerlijk voor de kriebelende kruipertjes.’ ‘En ook voor de vliegertjes!’, zegt Besje. ‘Zeker’, antwoordt Karabauter, ‘ook voor de vogels. Die kunnen zo eten vinden en verstopplaatsjes maken.’

‘In de herfst laten we de herfstbladeren op de grond liggen en de gevallen takken ook. Daar groeien schimmels op. Schimmels veranderen soms in eetbare paddenstoelen. Dat is toch geweldig! Een voedselboswachter werkt samen met de levende natuur, de vogels en de kleine diertjes en de schimmels. Zo is alles wat je plukt en opeet gezond en lekker.’ ‘Weet jij hoe je de lekkerste besjes vindt?’, vraagt Besje. ‘Vertel eens?’, zegt Karabauter. ‘Je neemt heel voorzichtig een besje tussen je duim en je wijsvinger. Als het precies niet te hard en niet te zacht voelt, dan heb je het lekkerste besje.’ En ze doet het meteen even voor. Een heleboel keer...

De Voedselbos Kabouters hebben een blog gemaakt over BBB: t’ Beleef & Bewonder Bos, te Rucphen. Lees hier hun blog